Laatst kon ik het weer eens niet laten. Ik moest toch weer even wat berichtjes checken op Facebook. En dan gebeurt het. Waar ik eerst nog met veel plezier verhalen en foto’s bekijk en een enkele like plaats, ook nog wel geïnspireerd raak door gedeelde video’s, komt er op een gegeven moment een ommekeer. Dan bekruipt me een gevoel van onrust. Al die verhalen, al die mensen die leven, genieten en delen. En ik. Ik die daar op dat moment achter mijn computertje zit, aan de zijlijn, passief. Wat maak ik nou eigenlijk van mijn leven? Binnen een paar minuten voel ik een lichte vorm van depressie. Afgunst.
Nou ben ik gelukkig wel van het snelle handelen. Ik heb geen zin om weg te zinken in negatieve gevoelens. Dus ik sluit direct Facebo aok af. Ik haal diep adem en pak er een inspirerend boek bij. Zoals ‘De kracht van nu’, van Eckhart Tolle. Ik lees wat ik al talloze malen heb gelezen, maar wat op een of andere manier nooit helemaal beklijft. Dat we niet onze gedachten zijn. Dat we naar onze gedachten kunnen kijken. Dat we meer zijn. Dat we meer moeten luisteren naar ons gevoel, onze intuïtie.
De belangrijkste boodschap vind je ook terug in de steeds populairdere en wetenschappelijk steeds vaker bewezen methode Mindfulness. Het gaat erom dat je je aandacht richt op het hier en nu. Meer is er niet. Verleden en toekomst zijn slechts in je gedachten aanwezig, ze bestaan niet echt. Er is alleen maar nu. Ik adem diep in en uit. Ik kijk om me heen, luister naar de geluiden, ruik, voel, proef. En ineens voel ik een geluksgevoel van binnenuit zich door mijn lijf verspreiden. Nu is eigenlijk alles goed.
Ik kan het leven van een ander niet leiden. Wil dat ook niet. Ik kan me er wel door laten inspireren (of laten afschrikken). Wat ik ook doe, is wat IK doe. En het is goed zo. Ik mag ‘fouten’ maken, dingen uitproberen, stomme dingen zeggen, of juist hele grappige. Er gebeurt eigenlijk niets dramatisch. Ja, een enkele keer, als er echt iets vervelends gebeurt, maar ook dan leef ik gewoon nog. En ergens voel ik dan alsof er iemand naar me zit te kijken en vergenoegd lacht. Misschien ben ik het zelf wel. Iemand die lacht omdat ik leef. Nu.
Ik hoef niets te forceren. Geen eindeloze to do- of bucketlists. Ik hoef geen grote verhalen te vertellen over wat ik allemaal wel niet meemaak. Ik laat me meevoeren op de stroom van mijn leven. Ik geniet van de bomen, de vogels, de wolken die voorbij drijven, mijn man en kinderen die me blij begroeten, mijn vrienden die me af en toe een berichtje sturen, een onverwacht leuke ontmoeting, een tenniswedstrijd bij veel te veel wind, een heerlijke maaltijd of een mislukte. Ik pleeg dat vervelende telefoontje waar ik zo tegenop zag (in gedachten, duidelijk niet in het hier en nu) en ben blij dat ik het doe en ook als dat weer achter de rug is en het al dan niet meeviel.
Natuurlijk val ik af en toe van mijn vlot, gaan mijn gedachten weer met me aan de haal, kan ik weer eindeloos verzinnen waarom dingen toch niet zo leuk zijn of eng. Dan verdwijnt mijn hoofd onder water, ben ik aan het spartelen en watertrappelen, maar er komt altijd weer een moment dat ik mezelf omhoog trek, ik hijs mezelf weer op dat vlot en dobber verder. Adem in, adem uit.